|
|
|
Meneer Meijer
"Als je bij mij op de stoep uit volle borst een liedje gaat zingen," zegt meneer Meijer grinnikend tegen Peter, "dan ben je echt gek op zingen. Dan is het voor een sentimentele oude man als ik onmogelijk om je buiten te laten staan. Hoe graag ik dat ook zou willen, want kinderen kwellen is een hobby van me. Je moet weten dat ik afstam van de kinderkannibalen. Mijn voorouders bakten kinderen in de olie en sneden ze in schijfjes. Met een beetje zout werden deze knapperige kinderchips geserveerd als borrelhapje."
Meneer Meijer sluit de deur achter hem. "Je hebt geluk dat je mag komen. Ik doe weinig zangles met kinderen, maar er viel een meisje uit en daarvoor kom jij in de plaats."
Zo begint de zo begeerde zangles voor Peter. Maar meneer Meijer blijkt nog vreemder te zijn dan hem is verteld. In een paar uur beleeft Peter meer dan andere kinderen in hun hele leven.
Met tekeningen van Els van Egeraat
ISBN 90-216-1409-X
Uitgeverij Ploegsma, 1997
|
|