|
|
|
Het verhaal
|
|
|
Maria, een oudere vrouw met reuma die in een rolstoel zit, gaat met een groep mensen uit het verzorgingshuis waar ze woont een week op vakantie. De verpleger Erik, met wie Maria een hechte band heeft, krijgt in deze vakantie te maken met onmogelijke liefdesperikelen. De opdringerige verpleegster Daniëlle probeert hem te versieren terwijl hij zelf een oogje heeft op Anneke. Broeder Tony is verliefd op het vrouwelijke hoofd van de verpleging, de non Zuster Elisabeth.
Alle amoureuze verwikkelingen in de groep en het feit dat Erik Maria doet denken aan haar vroegere geliefde brengen de herinneringen aan de jaren twintig naar boven.
In flash backs zien we het verhaal dat zij aan Erik vertelt.
Tijdens haar verblijf in Italië wordt de jonge Maria verkracht, maar ze slaagt erin haar belager neer te steken. Ze wordt opgevangen door een groepje fascisten die haar meenemen naar hun huis. Daar raakt ze verliefd op Paolo. De gevoelens zijn wederzijds, tot groot ongenoegen van Luca, de leider van het fascistengroepje. Deze probeert de opbloeiende liefde in de kiem te smoren door ervoor te zorgen dat Paolo wordt overgeplaatst. Als die op de avond van zijn vertrek besluit met Maria te vluchten laat Luca hem voor haar ogen neerschieten.
De gevoelens die de invalide Maria projecteert op Erik zijn door het leeftijdsverschil even uitzichtloos als haar liefde voor Paolo.
|
|
|
|
|