|
|
|
|
In de finale moet speler A van het winnende koppel zijn teamgenoot B door hetzelfde Labyrinth als waarmee in de eerste ronde is gespeeld zien te loodsen.
Speler B staat in de studio met gele laarsjes aan op een groot blauw vlak. Via een camera in de nok van de studio ziet speler A op een monitor het blauwe vlak met zijn teamgenoot van bovenaf. Met behulp van de zgn. chromakey techniek ziet speler A op het blauwe vlak het te lopen Labyrinth geprojecteerd.
Door middel van commando's als: "Naar voren, naar voren, STOP, opzij, opzij...." probeert speler A ervoor te zorgen dat speler B het middelpunt van het doolhof bereikt zonder al te vaak de lijntjes van het Labyrinth te raken. Als B op een lijntje staat, gaan er 5 sec. van de speeltijd af.
Lukt het om binnen de gestelde tijd het middelpunt te bereiken, dan hebben de spelers gewonnen en krijgen ze een computer. Ze mogen dan de volgende uitzending weer meedoen, tot een maximum van 5 keer.
Het productieteam wordt in de loop der jaren steeds vindingrijker in het verzinnen van nieuwe vragencategorieën. Gaat het in het begin alleen nog maar om algemene kennisvragen en af en toe een fotovraag, later worden b.v. puppies door een assistente de studio binnengedragen en moeten de koppels raden wat voor ras het betreft. Toen de hondenrassen uitgeput waren, kwamen er honden die een kruising waren en moesten de kandidaten het ras van de vader en moeder van het bewuste exemplaar zien te ontdekken....
Het programma loopt door tot het in seizoen 1991/1992 vervangen wordt door Vijf tegen Vijf.
vorige bladzij
|
|
|
|